Vanaf juni mochten de terrassen weer open, dus voor mij en m’n vriendinnen genoeg reden om weer eens drankjes te doen in de stad. Zomerse temperaturen, iedereen was vrolijk, maar dat betekende natuurlijk ook: overvolle terrassen. Dus voor ons geen plekje buiten, maar een tafeltje binnen. Ook prima.
Af en toe ging ik naar buiten voor een sigaretje, en daar ontmoette ik Frank. We kletsten wat over de gezellige drukte, over Utrecht en over werk. Als ik over werk praat, gaat het al snel over feminisme. Tot mijn verbazing schoot deze man van 51 niet in de verdediging, maar reageerde hij vol enthousiasme. “Mijn vrouw zit in een topfunctie, en ik ben een aantal jaar huisman geweest. Ik ben heel trots op haar en heb ook geleerd dat huisman (of huisvrouw) zijn veel meer inhoud dan een beetje stofzuigen.”
Een huisman met een vrouw in een topfunctie! Daar wilde ik natuurlijk meer over weten. Frank vond het prima om me daar meer over te vertellen.
Wie ben je en wat is je achtergrond?
“Ik ben Frank Metz (51), vader van twee kinderen en samen met Monique. Mijn zoon Joep is 18 en mijn dochter Beertje is net 12 geworden. Ik woon nu in Maartensdijk en ben geboren in Bilthoven.”

Wanneer heb je je vrouw ontmoet? En hoe veranderde je leven toen?
“Monique was 15, ik was 16, dat was in 1986. Zij woonde in Groenekan. We zijn niet getrouwd, maar al 35 jaar samen. Ik ben begonnen op VWO, toen werd het HAVO en toen MAVO. We werden allebei van school getrapt en zijn toen naar dezelfde MAVO in Utrecht gegaan. De MEAO, middelbaar economisch administratief onderwijs, heb ik twee jaar volgehouden. Toen ben ik ermee gekapt.”
“Mijn ouders hadden een eigen zaak, ze verkochten groente en fruit op de markt. Daar heb ik jaren aan meegeholpen. Toen mijn vader overspannen thuis zat, nam ik zijn rol over. Ik dacht dat ik de zaak over zou nemen, maar dat is uiteindelijk niet doorgegaan. Het leger hoefde ik gelukkig niet in, dat werd in die tijd opgeschort. Monique is na de MAVO Schoevers gaan doen (een particuliere opleiding voor directiesecretaresses). Toen we 19 waren zijn we samen gaan wonen, en op ons 20e hebben we samen ons eerste huisje gekocht.”
Wat wilde je worden toen je klein was?
“Voor mij was het vanzelfsprekend dat ik groenteboer zou gaan worden. Maar ik heb ook nog een zus, zij heeft de zaak uiteindelijk overgenomen. Ik heb een tijdje in de bouw gewerkt en ben daarna bij m’n schoonvader gaan werken. Hij zat in het verwerken van ijzer en staal. Daar heb ik 13 jaar werkt, ook met de bedoeling om de zaak over te nemen. Maar m’n schoonpa wilde niet stoppen, dus dat ging ook niet door.”
“In die tijd was Monique zwanger van de tweede, ze zat toen hoog in de boom bij een internationaal bedrijf. Het was voor mij een teleurstelling dat ik die zaak niet over mocht nemen, zij wist dat. Dus zei ze: ‘dan neem je gewoon ontslag bij m’n vader en kan je volledig huisman zijn. De tijd nemen om te ontdekken wat je wil.’ Dat heb ik 2,5 jaar gedaan.”
“Dan neem je gewoon ontslag bij m’n vader en kan je volledig huisman zijn.”
“Ik was nog te jong om helemaal te stoppen met werken, ondanks dat het financieel misschien had gekund. Ik moest wel de boel opruimen, de baby verzorgen en dat soort dingen. Maar dan voelde ik me toch een beetje schuldig. Twee dagen in de week was de baby bij de oppas, onze buurvrouw. Dat gaf mij de ruimte om de boodschappen etc. te doen.”
“Na 3 jaar kwam ik een oude klant van ons tegen, uit het staalwinkeltje. Ik vroeg hem of ik 1 à 2 dagen in de week iets voor hem kon betekenen, en hij was toevallig juist op zoek naar iemand. Ik ben meteen die maandag erop begonnen, hier in het dorp. Inmiddels werk ik daar 3 dagen per week.”
Hoe zijn jij en je vrouw tot de ‘werkverdeling’ gekomen?
“Mijn vrouw had wel in de gaten dat ik niet zo lekker in m’n vel zat. De zaak overnemen lukte (weer) niet. M’n vrouw is altijd heel meegaand, en vond dat ik even moest bijkomen, rustig moest kijken wat ik wilde. Ik ben wel een tijdje boos geweest, dat de afspraken over het overnemen van de zaak niet werden nagekomen. Toen de overname dichtbij kwam, sloeg m’n schoonpa om als een blad aan de boom. Na een tijdje was die boosheid over. Ik ben dankbaar dat m’n schoonouders wel altijd voor de kinderen klaarstonden, en nog steeds.”
“M’n vrouw is altijd heel meegaand, en vond dat ik even moest bijkomen, rustig moest kijken wat ik wilde.”
“Het was fijn dat we het financieel makkelijk redden, ook met één salaris. Dat maakte het voor mij mogelijk om een paar jaar huisman te zijn. We hebben altijd netjes geleefd. Wel zo’n beetje alles gedaan wat God verboden heeft, maar altijd zuinig en slim met geld omgegaan. De lasten laag gehouden. Het gaat niet zozeer om geld, maar dat we samen gelukkig zijn.”
“Dat Monique zo’n topfunctie had, betekende wel dat ze vaak half 7 ’s ochtends al in de auto zat en veel reisde. Naar België, Duitsland, maar ook buiten Europa zoals Singapore of New York. Ze moest hard werken, en dat heeft ze gedaan.”
Hoe vind je het om minder te werken dan je vrouw?
“Ik ben apetrots op haar. Ik heb me er nooit voor geschaamd dat zij de kostwinner is, ze heeft een dijk van een salaris.”
Hoe ervaar/ervoer je het om huisman te zijn?
“Huisvrouw of huisman… It’s a hell of a job. Als je het netjes wilt doen dan, hè. Ik heb nog net geen smetvrees, maar ik wil wel dat alles netjes is. Wasjes, boodschappen, koken… en vergeet de kliko’s niet. Andere mannen komen vrijdagmiddag thuis, verwachtten een koud biertje en gaan dan zitten kijken naar de keuken. Ze hebben vaak niet door hoeveel werk het is.”
“Huisvrouw of huisman… It’s a hell of a job.”
“Ik moet wel zeggen, als je het slim en efficiënt aanpakt, kon ik wel om 12.00 klaar zijn. Maar met de baby was je dan natuurlijk nog niet klaar. Ik gaf haar vijf keer per dag de fles, dat moest eerst gesteriliseerd worden. Ik hou gewoon van hygiëne, ook voor de kinderen. Dan sliep ze tussendoor, weer even spelen, dan weer een flesje. Op een gegeven moment heb je daar ritme in. En als ze slaapt vouw je weer even een wasje op.”
“De kinderen weten niet beter of mama is op reis, waar dan ook naartoe. Maar met FaceTime erbij is het contact al veel beter. Beertje vraagt altijd: ‘mama, neem je wat leuks voor me mee?’ En dan is ze vol verwachting wat mama nu weer gaat meenemen. Monique had wel last van een schuldgevoel, ze vond dat ze te weinig thuis was.”
Veranderde dat door corona?
“Ja, Monique is afgelopen jaar volledig thuis komen werken. Dus ze heeft wel meer met de kinderen kunnen doen. De kinderen waren natuurlijk ook gedwongen thuis. Er ontstond wel een beetje spanning, Joep had geen zin meer in de online colleges voor z’n MBO. Beertje verwachtte wel dat mama haar met school hielp, maar zij zat dan in een belangrijke meeting. Het was voor Monique een pittige combi: thuis moeder zijn en een internationale baan, waar je rekening moet houden met tijdzones en dus soms op gekke tijden werkt. Als PA (personal assistant) van de global tech directeur van een groot bedrijf, wordt er natuurlijk veel van je verwacht.
“Het was voor Monique een pittige combi: thuis moeder zijn en een internationale baan.”
Hoe kijk je aan tegen feminisme?
“Hartstikke positief. Wat mij betreft is dat zoals het zou moeten zijn. We zijn niet hetzelfde, genders zijn verschillend. Maar man en vrouw zijn qua stem gelijk. Al merk ik persoonlijk dat ik wat dominanter ben in het gezin. Maar mijn vrouw is ook een hele grote stem. We bespreken altijd veel, maken samen beslissingen en luisteren naar elkaar. Ook vind ik dat man en vrouw gelijk betaald moeten worden voor hetzelfde werk.”
“We zijn niet hetzelfde, genders zijn verschillend. Maar man en vrouw zijn qua stem gelijk.”
Denk je dat kinderen hun vader meer nodig hebben, hun moeder, of allebei?
“Sowieso allebei. Ik merk wel dat ik een andere band met m’n dochter heb dan met m’n zoon. Moeders trekken meer naar hun zonen, vaders meer naar hun dochters. Ik ben milder naar m’n dochter, maar strenger naar m’n zoon. Als man tot man, je zoon moet de wereld aankunnen en z’n zusje beschermen, dat soort dingen.”
Wat zou je andere vaders mee willen geven?
“Probeer geduldig te blijven, al is het nog zo moeilijk. Ik heb dat geduld lang niet altijd gehad. En ook: zoek hulp als het nodig is. Ik heb een jaartje gesprekken gehad met een therapeut, dat hielp. Daardoor verbeterde de relatie tussen mij en m’n zoon. Heb ook niet te hoge verwachtingen van je kind, dat werkt averechts. Mijn zoon startte net als ik op het VWO, ik denk dat ik daar soms teveel bovenop zat. Geef je kinderen de vrijheid om hun eigen keuzes te maken.”