Op het online TEDx event ‘courage to connect’ heb ik Nadya van der Sluis leren kennen. Ze is de vrouw achter het Instagramaccount @bipoetry__, jurist, vrijwilliger bij Plusminus-Young, ambassadeur van Stichting Bulungi en van Stichting SWOM en auteur van het boek ‘Van kwetsbaarheid naar kracht’.
Nadya heeft sinds 2009 een bipolaire stoornis en is door de jaren heen goed geworden in het doorbreken van het taboe rondom mentale kwetsbaarheden. Door haar openheid en kwetsbaarheid creëert ze meer bewustzijn over bipolariteit en ik was benieuwd naar haar hele verhaal.

Hoe ziet jouw leven er momenteel uit?
“Ik ben voornamelijk aan het thuiswerken. Vanaf oktober afgelopen jaar ben ik begonnen met 32 uur werken (als jurist) en dat is best pittig voor mijn doen. Achter de schermen ben ik bezig met het opzetten van m’n eigen bedrijf: Nadya van der Sluis. Daarmee wil ik beschikbaar zijn voor managers en informatie geven over werken met een mentale kwetsbaarheid. Pas is het onderzoeksrapport van Kim Janssens naar buiten gekomen: een hoog percentage van de managers durft mensen met een mentale kwetsbaarheid niet aan te nemen. Daar wil ik wat aan doen. Daarnaast wil ik me focussen op hoogopgeleide mensen met een mentale kwetsbaarheid die daardoor (nog) niet aan het werk komen.”
“Pas is het onderzoeksrapport van Kim Janssens naar buiten gekomen: een hoog percentage van de managers durft mensen met een mentale kwetsbaarheid niet aan te nemen. Daar wil ik wat aan doen.”
“Met de TEDx Talent Night heb ik een op maat gemaakt mentorship gewonnen, daar ben ik heel blij mee. Iemand van de Nationale Nederlanden gaat mij coachen in het opzetten van m’n eigen bedrijf. Hiervoor heb ik een loopbaancoach gehad die ook sociaal psycholoog is, zij kon me echt goed in balans houden en me helpen om m’n boek “Van kwetsbaarheid naar kracht” af te schrijven en te publiceren. Ik wil vaak te snel, maar zij hielp me om stap voor stap aan het werk te gaan. Nu merk ik dat ik financieel onafhankelijk wil worden. Ik ben nu stabiel genoeg en ik wil niet meer afhankelijk zijn van de Wajong[1].”
“Daarnaast wil ik me focussen op hoogopgeleide mensen met een mentale kwetsbaarheid die daardoor (nog) niet aan het werk komen.”
In je boek “Van kwetsbaarheid naar kracht” vertel je heel open over je bipolaire kwetsbaarheid. Hoe was het om vanuit de ontkenningsfase te ontwikkelen naar openheid?
“In m’n boek vertel ik over de vijf fases van kwetsbaarheid. De eerste fase is het krijgen van de diagnose (bipolaire stoornis). Daarna heb ik een ontkenningsfase gehad, waarbij ik dacht ‘ik heb een psychose gehad en klaar. Dat bipolaire accepteer ik niet’. De derde fase was het erkennen van mijn bipolariteit. Ik heb de stoornis, maar daar laat ik het ook bij. Of in m’n eigen woorden: ‘ik ben bipolair, whatever.’ Later pas kwam het aanvaarden van mijn bipolaire kwetsbaarheid. Ik leerde ermee omgaan door tools toe te passen.”
“Ik ben bipolair, whatever.”
Wat voor tools werken dan voor jou?
“In m’n energieke fase, m’n (hypo)manie, ga ik in een sociaal isolement om teveel prikkels te voorkomen. Dan heb ik alleen contact met m’n beste vrienden en familie en ik ben veel thuis om tot rust te komen. In een energieke fase kan ik agressief worden, en dat voorkom ik door niet of weinig naar buiten te gaan. Verder onderneem ik veel thuisactiviteiten zoals het kleuren van mandala’s[2], lekker Nintendo’en en gezichtsmaskertjes maken.”
“In een energieke fase ga ik in een sociaal isolement om teveel prikkels te voorkomen (…) als ik laag in m’n energie zit, begeef ik me juist wel onder de mensen.”
“Als ik laag in m’n energie zit, (en dus depressief ben) begeef ik me juist wel onder de mensen. Ik zoek dan bewust mensen op in m’n vertrouwde omgeving, omdat ik kwetsbaar en fragiel ben. Ook sport ik, bijvoorbeeld kickboksen. Daarnaast helpt het me om de natuur in te gaan en te mediteren.”
Hoe kwam je van de fase van aanvaarden tot het leven met een bipolaire stoornis?
“Toen ik achttien uur per week begon met werken, kwamen er vragen. Ik was klaar met het liegen, dus besloot ik om open te zijn over m’n mentale kwetsbaarheid. Daar kwamen hele positieve reacties op. Nu durf ik erover te praten en het te omarmen als een deel van wie ik ben.”
“Ik was klaar met het liegen, dus besloot ik om open te zijn over m’n mentale kwetsbaarheid.”
Je bent ambassadeur van zowel Stichting Bulungi als Stichting SWOM. Waarom draag je hen een warm hart toe?
“Bij Stichting Bulungi kwam ik terecht door een oproep van hen op LinkedIn; ze zochten ambassadeurs. De eerste ambassadeur, Merette, heeft ook het syndroom van down, net zoals mijn beste vriendin Celina. Het leek mij mooi om uiteindelijk samen met Celina ambassadeur te zijn. Later ontdekte ik dat een directe collega – en ook een indirecte collega – in het bestuur zaten van Stichting Bulungi. Heel toevallig!”

“Aangezien ik zelf van Eritrese afkomst ben (mijn moeder komt uit Eritrea en mijn vader uit Nederland), wilde ik graag iets voor Afrika doen. In Eritrea zelf is het moeilijk om een stichting op te zetten. Van Stichting Bulungi weet ik dat het een zuivere stichting is waar geen fraude in het spel is, dus daarom wil ik ambassadeur zijn. Stichting Bulungi helpt mensen met een beperking in Oeganda. Ze hebben een zorghuis in Oeganda opgezet waar kinderen en ouderen wonen en worden verzorgd. Mijn specifieke doel is fondsen werven zodat ik een zorgverzekering voor de kinderen daar kan bewerkstelligen.”
“Ze hebben een zorghuis in Oeganda opgezet waar kinderen en ouderen wonen en worden verzorgd.”
“Voor Stichting SWOM ben ik ook ambassadeur, omdat ik via hen een passende baan heb gekregen. Mijn jobcoach zit ook bij SWOM. Ik ben daar anderhalf jaar secretaris geweest van hun jongerenbestuur. Toen kreeg ik een terugval, omdat ik helemaal op ging in m’n vrijwilligerswerk daar. Vanwege m’n ambitie nam ik alle taken op me: ik heb een Instagram aangemaakt, ik ging vloggen… Het werd teveel. Ik werd manisch en werd opnieuw psychotisch.”
“Via SWOM heb ik een passende baan gekregen.”
Wat gebeurde er na je terugval?
“Na m’n terugval ging ik nadenken. Tijdens m’n herstel kwam ik erachter dat – hoewel ik het heel moeilijk vond om te stoppen voor SWOM – het voor mijn gezondheid beter was. Daarom besloot ik ambassadeur te worden. Ook ben ik sinds kort spreker voor SWOM.”
Ook ben je vrijwilliger bij Plusminus Young, kun je daar wat meer over vertellen?
“Voor Plusminus Young lever ik elke week content voor hun social media. Daarin verwerk ik ervaringsverhalen voor anderen. Vandaag deel ik bijvoorbeeld over de avondklok. Er zijn uitzonderingen voor ons, als wij hulp of sociaal contact nodig hebben kan dat.
“Ik kwam met Plusminus in contact vanwege de lotgenotengroep op Facebook. De herkenning was zo fijn.”
Ik werk er sinds april 2020 en kwam met Plusminus in contact vanwege de lotgenotengroep op Facebook. De herkenning was zo fijn. De mensen die er werken zijn superlief en sommigen zijn ook bipolair, dus ze begrijpen je echt.”
Je bent islamitisch. In hoeverre helpt je geloof je in het omgaan met je bipolariteit?
“Ik heb ervaren dat ik niet alleen kracht haal uit m’n geloof als het slecht gaat, maar ook als het goed gaat. Het belangrijkste vind ik om goede intenties te hebben; vooral mensen helpen die het minder goed hebben, dankbaar te zijn voor wat ik heb en wakker te worden met een gezonde mindset.
“Ik noem het Allah, een ander noemt het Jezus Christus, Boeddha of God.”
Tijdens de maand ramadan, geef je sowieso meer geld uit aan goede doelen en help je bewust mensen die het minder hebben. Ik noem het Allah, een ander noemt het Jezus Christus, Boeddha of God. Eigenlijk heeft iedereen hetzelfde doel: een goed mens zijn met goede intenties en een goed hart.”

Hoe vond je het om op het TEDx event “courage to connect” te spreken?
“Freaking eng, het was echt out of my comfort zone. Ik ben een schrijfster, dus in de spotlight staan was even wennen. Tijdens m’n eerste TEDx talk was ik aan het trillen en moest ik bijna huilen. Dat was gewoon omdat ik voor het eerst op beeld was met m’n eigen verhaal. Het hielp me om de cursus ‘effectief presenteren’ via Plusminus[3] te volgen en me met een coach van TEDx voor te bereiden op mijn tweede TEDx talk. Toen was ik er helemaal klaar voor.
“Freaking eng, het was echt out of my comfort zone.”
Op het event ‘courage to connect’ ging het echt goed; ik kijk er met een goed gevoel op terug. Voor mij was het spreken op het TEDx event een strategische keuze, omdat ik daar ook mijn boek kon promoten. Het klinkt misschien gek, maar door corona – omdat ik daardoor minder prikkels ervoer – lukte het me om m’n boek op tijd te publiceren.”
Hoe kijk je aan tegen intersectioneel feminisme?
“Ik noem mezelf geen activist. Ik ben wel jurist, in hart en nieren. Rechten is echt mijn passie. Wat betreft de rest – genderongelijkheid, racisme, validisme en homofobie – het gaat me wel aan het hart. Ik kan niet tegen onrechtvaardigheid. Maar ik ben er niet actief mee bezig. Áls ik ergens voor ga, ga ik er ook volledig voor. Ik sta wel achter intersectioneel feminisme – gelijkwaardigheid voor iedereen vind ik belangrijk – maar ik vind het dan weer te ver gaan om mezelf intersectioneel feminist te noemen. Daar ben ik voor m’n gevoel niet activistisch genoeg voor.”
“Ik kan niet tegen onrechtvaardigheid.“
Je bent van Nederlandse en Eritrese afkomst. Heb je wel eens last gehad van racisme?
“Wel indirect: mijn zusje is geconfronteerd met racistisch geweld. Persoonlijk heb ik weinig last gehad van racisme. Wel was het zo dat ik in een omgeving woonde waar veel witte mensen waren die ook wel Lonsdale[4] droegen bijvoorbeeld. Ook gebeurde het wel eens dat mensen vroegen of ik Marokkaans was.”
“Van kleins af aan was ik gek op Bob Marley. Wat racisme betreft, haal ik altijd aan wat hij in een interview zei: ‘I don’t stand for the black man’s side, I don’t stand for the white man’s side, but I stand on God’s side.”
“I don’t stand for the black man’s side, I don’t stand for the white man’s side, but I stand on God’s side.” – Bob Marley
Als je een wens mocht doen, wat zou je dan wensen?
“Dat er geen armoede en honger meer is op de wereld. Omdat ik denk dat de wereld dan makkelijker zou zijn voor de mensen en kids die het nu zwaar hebben. Ik zou het het mooist vinden als iedereen gelijk is en er geen kloof meer is tussen arm en rijk.”
Wat wil je nog meegeven aan de FEM lezers?
“Ik kan niet bestaat niet, dat vind ik een belangrijke. Er is zo’n grote druk in de maatschappij tegenwoordig… Je ziet dat veel mensen rond de dertig een burn-out krijgen. Maar ik denk dat als je in jezelf gelooft – als je weet dat je alles aankan – je dan sneller je doelen zal halen.”
“Veel mensen om je heen kunnen zeggen dat je het niet kan. Artsen zeiden na mijn psychose in Melbourne dat ik niet meer zou kunnen studeren. Voor mij was dat een motivator om juist mijn studie te halen. Jij zegt dat ik het niet kan? Dan bewijs ik het tegendeel. Dat is de leeuw in mij.”
“Dus blijf in jezelf geloven. Bewaak je grenzen en houd je structuur. Laat je niet meeslepen door de prestatiedruk. Geef aan wanneer je rust nodig hebt en neem tijd voor zelfreflectie. Hou de balans erin.”
[1] Wajong is voor mensen die voor hun 18e of tijdens een studie een ziekte of handicap hebben. Door deze ziekte of handicap kunnen zij niet werken. Zij hebben recht op Wajong als ze aan de voorwaarden voldoen.
[2] Mandala’s zijn geometrische patronen die metafysisch of symbolisch de kosmos uitbeelden in de Tibetaanse kunst en het Tibetaans boeddhisme.
[3] Plusminus is een stichting voor mensen met een bipolaire kwetsbaarheid
[4] Lonsdale is een kledingmerk met een extreem rechts imago, die vaak in verband wordt gebracht met racisme. Lonsdale is zelf niet blij met dit imago en probeert het te veranderen.